Verslag lezing over Johan Maelwael

VERSLAG LEZING OVER JOHAN MAELWAEL
door Alex Peeters


Deze lezing op 9 januari 2018 werd nog georganiseerd door Jeu Veelen en Ted Jongerius. Na meer dan twaalf jaar besloten zij ‘pensioengerechtigd’ te zijn. In een dankwoord memoreerde Alex Peeters dat zij in die periode meer dan 50 lezingen hebben georganiseerd en dat er dus rond de 2000 bezoekers zijn geweest. Het vloeibare ‘Klein Geluk’ werd als symbolische dank overhandigd. De nieuwe commissie ‘lezingen’ wordt gevormd door Wim Demarteau, Margriet Larik, Wies van der Varst, Paul Cuypers en Alex Peeters. Jeu en Ted zijn wel bereid hun kennis ter beschikbaar te stellen. Alle HVR-leden wordt gevraagd hun ideeën en voorkeuren voor een toekomstig lezingthema aan te geven. De eventuele uitvoering zal dan door de commissie ter hand genomen worden.

De belangstelling voor de lezing van Rob Dückers was erg groot. Rob is HVR-lid en was direct betrokken bij de voorbereidingen van de recente expositie over Johan Maelwael in het Rijksmuseum.
De familienaam Maelwael is afgeleid van het Duitse malen en het Nederlandse ‘wel’ (goed), dus een goede schilder. Johan Maelwael (geboren in Gelre rond 1370 en gestorven in Dyon 1415) was een veelzijdig kunstenaar die als telg van een Nijmeegs kunstenaarsgeslacht gespecialiseerd was in het maken van heraldische artikelen. Hij werkte vooral in opdracht van de hertogen van Gelre.  Dat betekende dat Johan schilder was (op doek, houten panelen en beeldhouwwerken), edelsmid (voor het gebruik van goud en zilver in zijn miniaturen, die de bladzijden van gebedenboeken verluchtten) en borduurder. Uit de archieven weten we met zekerheid dat hij in 1386 werkte in Nijmegen en dat hij in 1396 naar Frankrijk ging voor een opdracht van de Franse koningin Isabella van Beieren. In 1397 werd hij aangesteld aan het hof van de Bourgondische Hertog Philips de Stoute. Om hem een vaste financiële basis te geven en hem aan zijn hof te verplichten, werd hij benoemd tot kamerheer van de hertog. De zonen van Mette (de zus van Johan Maelwael), bekend als de gebroeders van Limburg, traden in de voetsporen van hun oom, in dienst van de Duc de Berry. De Vlaamse Primitieven gingen in dezelfde stijl voort, maar doordat olieverf toen al was uitgevonden,  zijn hun werken dieper van kleur dan de kleuren die Johan - die nog met de temperaverfmethode moest werken - had kunnen bereiken. Veel van de werken van tijdgenoten lieten dezelfde compositie of profielen van portretten zien, maar ook de gebroeders van Limburg en hun generatie waren geïnspireerd door Johan Maelwael. De naam Johan Maelwael is bekender in Frankrijk dan in Nederland en de werken die aan hem worden toegeschreven zijn veelal in het Louvre te vinden.